De plataan van Serse. Nut, natuur en romantiek

 oto's 2010-11 009

In april 1737 gaat in Londen de opera Serse van Georg Friedrich Händel in première. De opera vertelt over de liefde van de Perzische koning Xerxes voor de beeldschone Romilda, die helaas verliefd is op Xerxes’ broer Arsamene. In de eerste scène van de opera zit de koning in de tuin van zijn paleis onder een plataan. Met de wereldberoemde aria Ombra mia fù bewijst hij eer aan de boom en zijn weldoende schaduw. De plataan van Serse is een boom met praktisch nut.

Minder dan een eeuw later, in 1808, voltooit Ludwig van Beethoven in Wenen zijn Zesde symfonie, bijgenaamd de Pastorale. Het is de enige “programmatische” of beschrijvende symfonie van de componist. Ze “vertelt” over een bezoek aan het platteland dat verstoord wordt door een onweer. De eerste beweging krijgt als thema “Ontwaken van vrolijke gevoelens bij aankomst op het land” mee.

Zesde symfonie

In de tijd van een mensenleven heeft West-Europa een totaal andere kijk gekregen op de natuur. In 1737 wordt een plataan geprezen om zijn schaduw; in 1808 inspireert “het land” niet nader genoemde bezoekers – iedereen, als het ware – tot “gevoelens”.

Zolang de Europeaan afhankelijk is van de natuur voor zijn fysieke voortbestaan – een zomer met te veel regen betekent hongersnood – is er in zijn hoofd geen plaats voor vervoering bij het zien van een landelijk tafereel – tenzij duidelijk blijkt dat de oogst rijk wordt.

Haendel

In het laatste kwart van de 12de eeuw verheugt de Limburgse dichter Henric van Veldeke zich op de komst van de lente, “den tiden van den jare / dat die dagen werden lanc / ende dat weder weder clare” wanneer de “meraleren” weer beginnen te zingen. Maar alleen omdat hij de lente ervaart als het seizoen van de liefde. Dàt is het onderwerp van zijn gedicht; het ontwaken van de natuur fungeert slechts als inleiding.

Vlaamse primitieven

Voor theologen en filosofen is de natuur een wegwijzer naar het bovennatuurlijke, naar God. Intrinsiek belang heeft ze niet. Voor minder ontwikkelde lieden zoals boeren en landarbeiders, ook al belijden ze het christendom, zijn bossen en velden, beken en bronnen het domein van onzichtbare en vaak boze machten. Dat blijft zo tot in het begin van de 20ste eeuw – de roman La Ligne de Vie van de Franstalige Vlaamse schrijfster Marie Gevers, verschenen in de jaren 1930, brengt het onthutsende kluwen van het bijgeloof in de Antwerpse Kempen in kaart.

Maar daarom blijft de natuur niet onzichtbaar. Miniaturen met plant- en bloemmotieven overwoekeren de marges van de handschriften uit de late middeleeuwen. De Vlaamse schilders van de 15de eeuw borstelen kleine, maar gedetailleerde vergezichten, zichtbaar door ramen en deuropeningen in het decor van hun religieuze taferelen.

Midzomernachtsdroom

In Shakespeares blijspel Midzomernachtsdroom (1595 of ’96) is het woud nog altijd de woonplaats van elfen en feeën, waar andere wetten gelden dan in de mensenwereld. Maar het universum van Shakespeare is niet langer middeleeuws. Zijn wouden zijn geen angstaanjagende oorden, maar romantische, toverachtige warandes, zoals alleen een schrijver uit de stad ze kan verzinnen.

De meerderheid van de Europeanen leeft nog op en van het land, maar de overal zijn er intussen grote steden met een talrijke bevolking; de handel, het geldwezen en de eerste aanzetten tot industriële productie maken een eind aan de volstrekte afhankelijkheid van de mens aan de natuur. Wanneer ergens een graantekort heerst, kan invoer het tij keren. Er wordt geld – veel geld – verdiend met andere dingen dan de producten van de grond.

Aangenaam verpozen

Het is geen toeval dat het stedelingen zijn die in Midzomernachtsdroom in het bos belanden en daar ten prooi vallen aan de fratsen van bovennatuurlijke wezens. Terwijl de boer onvermoeibaar voortploegt, kijken gecultiveerde stadsbewoners – de renaissance dringt in de loop van de 16de eeuw overal ten noorden van de Alpen door – met toenemende belangstelling naar bos en veld.

De natuur is niet alleen praktisch; ze blijkt ook aangenaam om in te verpozen. De edele Florentijnse jongelui uit de Decamerone van Boccaccio ontvluchten de stad om aan de pest te ontsnappen. Maar zo’n vaart hoeft het niet te lopen om naar het platteland te gaan. De zomerse hitte, de drukte en de stank jagen zo mogelijk meer kapitaalkrachtige lieden naar een buitengoed in het groen.

oto's 2010-11 010

Huizen in de stad, maar ook buitenplaatsen hebben een formele, “Franse” tuin: een overzichtelijk geheel met keurige paden tussen rechthoekige perkjes. Bloemen en planten staan er keurig in het gelid. Natuur, jazeker, maar aan banden gelegd door het menselijk verstand. Men verzamelt zeldzame planten zoals oude munten of exotische gesteenten.

De apotheose vindt men in Versailles – de natuur onderworpen aan de macht van de Zonnekoning. Ontwerper Le Nôtre doet de traditionele Franse tuin uit zijn voegen barsten. Hij legt de principes ervan op aan een heel landschap. Met zorg geregisseerde vergezichten met fonteinen en waterpartijen, schaduwrijke lanen tussen standbeelden van antieke goden en godinnen, even indrukwekkend als nutteloos. Groenten en fruit voor de koninklijke tafel worden verderop, en buiten het gezicht, geteeld.

Verlichting

Maar er staan lieden op die achter het decor willen kijken. In 1687 publiceert Isaac Newton zijn Principia Mathematica. Daarin brengt hij de begrippen massa, gewicht en kracht samen in een wiskundig verband waaruit blijkt dat de wetten die de beweging op aarde beheersen, voor alle bewegingen in het universum gelden. De zwaartekracht is alomtegenwoordig! Door proefneming en inductie (van het bijzondere naar het algemene) bereikt hij zijn doel. Het hoé van de dingen interesseert hem, niet het waarom.

2Constable

Enkele jaren later, in 1690, laat de filosoof Locke zijn Essay on human understanding verschijnen. Alles wat in de geest aanwezig is, komt voort uit de zintuiglijke ervaring. Er zijn geen “ingeboren” ideeën. De consequenties uit de ideeën van Locke worden getrokken door de Schot David Hume. Ook voor hem zijn waarneming en ervaring de enige bronnen waaruit wij kennis putten. Alle onderzoek dat de naam “wetenschappelijk” wil verdienen, moet zich beperken tot wat wij kunnen waarnemen.

In Frankrijk ontpopt Voltaire (François Arouet) zich tot propagandist van Newton en de moderne Engelse filosofen. Hij publiceert Élements de la philosphie de Newton, nadien aangevuld met La métaphysique de Newton.

De “verlichte” intellectueel ziet het universum als een groot harmonisch geheel waarvan de mens deel uitmaakt. De wetenschap levert een methode om de wetten te achterhalen die de kosmos beheersen – kennis die men gebruiken om de natuur dienstbaar te maken aan de mens. Alles lijkt kenbaar; het is alsof alwetendheid binnen handbereik ligt.

oto's 2010-11 031

De wetenschap bestaat bij gratie van ons vermogen tot kennen, begrijpen en redeneren: de menselijke rede. Zij zal een eind maken aan vooroordelen en bijgeloof en ons bevrijden van de ketenen waarmee het gezag van de staat en de kerk ons geboeid houden. Zodoende garandeert de rede een onstuitbare vooruitgang.

De mens is van nature goed; wanneer hij de kans krijgt de ingevingen van de rede te volgen, zal hij nog beter worden en ook het geluk van de anderen nastreven.

Retour à la Nature

De aandacht voor de mens – ook de individuele mens – brengt mee dat de Verlichting, alle “wetenschappelijkheid” ten spijt, belangstelling krijgt voor de emotie. De interesse voor het experimentele, voor de waarneming én voor persoonlijke gevoelens, leidt tot het ontstaan van de “moderne” roman. Auteurs vertelen fictieve verhalen waarin geen “type” centraal staat, maar een individu, met zijn eigen psychologie en lotgevallen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Een man die van zijn eigen leven het onderwerp van zijn geschriften maakt, is de egocentrische en paranoïde Jean-Jacques Rousseau. Hij hoort bij de Siècle des Lumières, maar als tegendraadse tegenstem. Kunsten en wetenschappen vindt hij verwerpelijk; het enige waar hij mee dweept (behalve zijn eigen ego) is de natuur. Daar vindt hij rust, soelaas en evenwicht; landschappen vervullen hem met het soort emotie en verering die gelovigen overkomen voor het altaar.

Rousseau is bovendien een begeesterend schrijver; van alle 18de-eeuwse Franse auteurs, filosofen en romanciers, blijft hij in onze tijd het best te lezen. Irriterend en neurotisch, betweterig en vervuld van zelfmedelijden – Rousseau is het allemaal. Maar als eerste beschrijft hij op volstrekt moderne wijze de wisselwerking tussen individueel gemoed en buitenwereld.

De invloed van Rousseau is enorm. Hij bepleit borstvoeding en prompt brengen adellijke dames in Parijs hun baby mee naar de opera om hem in hun loge, duidelijk zichtbaar voor iedereen, de borst te geven. Weldra laat koningin Marie-Antoinette in een uithoek van het park in Versailles de hameau de la Reine bouwen – een pittoresk namaakdorpje waar ze met haar hofdames eenvoudig en natuurlijk kan leven. Dat alles terwijl de echte boeren honger lijden. Geen wonder dat in het failliete koninkrijk de revolutie voor de deur staat.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

In 1787 publiceert Bernardin de Saint-Pierre zijn roman Paul et Virginie over twee kinderen die opgroeien op het paradijselijke eiland Mauritius. Maar het door Rousseau geïnspireerde sprookje loopt slecht af, net zoals twee jaar later met het Ancien Régime.

In Engeland scheert intussen de passie voor het picturesque – letterlijk: het schilderachtige – hoge toppen. Er verschijnen reisgidsen die de lof zingen van fraaie landschappen in de verschillende graafschappen. De appreciatie van fraaie vergezichten wordt een blijk van cultuur. Jane Austen steekt er de draak mee in haar roman Northanger Abbey (1818).

Wie het zich kan permitteren, laat landschapsarchitecten zoals de beroemde Lancelot “Capability” Brown (1716-1783) aanrukken om het park van zijn landgoed picturesque te maken. Niet zelden komen daar het omleggen van een rivier, de bouw van naamruïnes (zg. follies) en de verplaatsing van een heel dorp bij kijken. Zo ontstaat de Engelse tuin die “natuurlijk” oogt, maar het niet is. Ook op het vasteland maat de nieuwe mode in de tuinaanleg furore. Prins Charles-Joseph de Ligne (1735-1814) publiceert in 1781 zelfs een boek over de Franse tuin die hij heeft aangelegd bij zijn kasteel in het Henegouwse Beloeil.

Breuk in het bewustzijn

De Franse Revolutie en de Napoleontische oorlogen doen Europa op zijn grondvesten daveren. Ze vormen een breuk in de geschiedenis. De maatschappelijke orde is niet door God gewild; ze kan veranderen. Men kan bang zijn voor zo’n verandering of er juist naar verlangen, maar men kan niet meer ontkennen dat ze mogelijk is.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Het dagelijks leven ziet er voorgoed anders uit. Tradities en waarden zijn grondig verstoord. De internationale politiek is heel dichtbij; ze zaait afwisselend hoop en vrees. De economie is “vrij” vraag en aanbod bepalen alles. Kleine boeren kunnen hun pacht niet meer betalen en zijn verplicht landarbeider te worden of hun geluk te zoeken in het leger. Anderen trekken naar de steden.

Ze voegen er zich bij de handwerkslui die de steun en bescherming van gilden en broederschappen moeten ontberen. Die massa bezitloze arbeiders wordt een proletariaat.De industriële revolutie voltrekt zich in Groot-Brittannië. De excentrieke Engelse dichter en kunstenaar William Blake noemt de eerste fabrieken dark satanic mills – “donkere, duivelse werkplaatsen”. Lang duurt het echter niet voor steenkool, staal en stoomkracht ook het continent veroveren.

In de ogen van velen heeft de terreur van 1793 de ideeën van de Verlichting gediscrediteerd. De Franse veldtochten hebben, vooral in Duitsland, de interesse voor het eigen verleden en de eigen identiteit aangewakkerd. De filosoof Herder legt, met de beste bedoelingen, de basis voor wat weldra uitgroeit tot volksnationalisme.

 Romantiek

De romantiek is veel meer dan een artistieke stroming. Het is een geestesgesteldheid vol tegenstrijdigheden. De romanticus is een onwillig kind van de Verlichting – hij is vooral alles een individu met felle emoties en diepe indrukken. Zij kleuren zijn kijk op de wereld. En hij concludeert dat het daar niet goed mee gesteld is.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

De een verafschuwt het materialisme van de opkomende burgerij en de pogingen van regimes en vorsten om de politieke klok terug te draaien. De ander betreurt de breuk met een verleden dat voorgoed verloren lijkt en de teloorgang van de religie.

Allen hebben een hekel aan de zelfgenoegzaamheid, de middelmatigheid en de relatieve rust die ze om zich heen zien. Zij dwepen met hun eigen gemoedsaandoeningen, met de liefde en met heldendaden uit het verleden, met God of het mysterie – het spookverhaal wordt uitgevonden – en zeker ook met de Natuur met hoofdletter “N”.

Dat is wat er gebeurt tussen Händels Serse en de Zesde Symfonie van Beethoven.

De intellectuele en emotionele klok kan ook niet teruggedraaid worden. Rousseau overleeft de afschuw die men voelt voor veel verworvenheden van de 18de eeuw. Voor ontelbare romantici – van nederige kantoorklerken tot markiezen, van dorpsonderwijzers tot de grootste dichters en componisten – is de natuur een bron van schoonheid, troost, contemplatie en vervulling. Een alternatief waarin men zich kan verliezen, een bron van mystieke vervoering, een nieuwe religie.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Paradoxaal genoeg is het de technologie die het romantische gedachtegoed een enorme verspreiding geeft. De gemechaniseerde drukkunst en de lithografie maken de massale productie van goedkope boeken en prenten mogelijk. Weldra brengen treinen toeristen naar bergen en watervallen die ze dankzij de fotografie achteraf mee naar huis kunnen nemen.

Walden

Net zoals de Verlichting laat de Romantiek een sediment na in het bewustzijn. Charles Darwin (1809-1882) publiceert in 1859 On the Origin of Species; in 1871 volgt The Descent of Man (1871). Die revolutionaire boeken ontkrachten voorgoed eeuwenoude opvattingen over de schepping van de mens en laten zien dat hij integraal deel uitmaakt van de natuur.

In 1854 publiceert de Amerikaanse schrijver Henry David Thoreau (1817-1862) Walden. Het boek vertelt over zijn verblijf in een zelfgebouwde hut te midden van de natuur bij Walden Pond in Massachusetts – een avontuur dat nauwelijks twee jaar duurt. Thoreau vindt dat de natuur moet beschermd worden en bepleit een harmonische relatie tussen mens en milieu. Hij ziet de natuur ook als bescherming tegen de verleidingen van het vlees en het materialisme.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Tijdens het leven van Thoreau kennen zijn politieke geschriften – o.m. tegen de slavernij – meer succes dan Walden. Maar in de tweede helft van de 19de eeuw verwerft het boek grote invloed.

In Nederland inspireert baseert de schrijver Frederik Van Eeden (1860-1932; hij schrijft o.m. De kleine Johannes) zich op Thoreau bij de oprichting van de commune Walden op een landgoed in Bussum in 1898. Van Eeden is psychotherapeut en bekent zich tot het anarchisme. In zijn Walden is het grondbezit gemeenschappelijk en psychiatrische patiënten kunnen er tot rust komen. Walden houdt in 1907 op te bestaan.

Van Eeden ondergaat allicht ook de invloed van de Lebensreformbeweging die omstreeks 1880 ontstaat in Duitsland. Ook hier zijn velen de mening toegedaan dat de moderne, industriële samenleving en de breuk met de natuur het individu schade toebrengt. Zij gaan op zoek naar manieren om de psychische en fysieke gezondheid van de mens te herstellen.

Monte Verità

Allerlei groepjes verdiepen zich in vegetarisme, geheelonthouding, gymnastiek, dans, naturisme, natuurgeneeswijzen, kledij in natuurlijke materialen, enz. Ze ontvluchten de stad en trekken zich terug op afgelegen plekken in de natuur. Nieuwe opvattingen over opvoeding – denk maar aan Rudolf Steiner en zijn verreikende invloed – zien het licht. Gymnastiek en zonnebaden zijn aan de orde van de dag.

In 1900 stichten de Belg Henri Oedenkoven en zijn vriendin, de Duitse pianiste Ida Hoffmann, de kolonie Monte Verità nabij Ascona in het zuiden van Zwitserland. Oedenkoven is de zoon van Antwerpse industriëlen – ze bezitten een kaarsenfabriek in Borgerhout – en financiert de onderneming.

Monte Verità is opgevat als een kuuroord, waar men kan genezen van allerlei “beschavingsziekten”. Er zijn boomgaarden en groentetuinen (vlees is verboden) en men maakt zijn eigen kleren. Er wordt naakt gezonnebaad. Oedenkoven bouwt “licht- en luchthutten” en men beoefent met zijn allen de eurythmie.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

De kolonie groeit uit tot een aantrekkingspool voor allerlei non-conformisten, anarchisten, theosofen en kunstenaars, onder die de choreograaf Rudolf von Laban, de Amerikaanse danseres Isadora Duncan, de dichter Rainer Maria Rilke en de schrijver Herman Hesse. Ook de schilders Alexej Jawlensky en Hans Arp en toekomstige dadaïsten strijken voor kortere of langere tijd neer op de “Berg der Waarheid”. Zelfs de architect Walter Gropius van het Bauhaus komt langs.

Monte Verità houdt in 1919 op te bestaan. Oedenkoven en zijn vriendin vertrekken naar Zuid-Amerika. Het experiment komt echter recent nog aan bod in de roman The Children’s Book (2009) van de Engelse schrijfster A.S. Byatt.

Lord of the Rings

De Lebensreformbeweging oefent met haar verwerping van de burgerlijke levenswijze grote aantrekkingskracht uit op de linkerzijde. Maar ze vertoont absolute trekjes; haar irrationele kant (charlatanisme is nooit ver weg) en de vitalistische lichaamscultus die zij propageert, vallen na de Eerste Wereldoorlog ook bij uiterst rechts in de smaak. Geen wonder dat op termijn nogal wat aanhangers van de beweging onderdak vinden bij de nazi’s.

De verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog en de toename van de welvaart in het Westen de decennia erna verdringen het verlangen naar de natuur uit de actualiteit. Maar het houdt niet op te bestaan – een beroemd “symptoom” daarvan is zonder twijfel het succes van het oeuvre van de Engelse schrijver J.R.R. Tolkien (1892-1973), met als hoogtepunt de trilogie The Lord of the Rings (1954-1955).

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Eind jaren 1960 steekt op Amerikaanse en Europese universiteitscampussen een politieke en culturele storm van protest op. Wat begint als verzet tegen de uitzichtloze oorlog in Viëtnam groeit uit tot een brede emancipatorische beweging die nauwelijks onder een noemer te vatten is. Hippies in Amerika, de terroristen van de Rote Armee Fraktion in Duitsland, de Meirevolte in Parijs, Leuven Vlaams…

En opeens blijken zowel het verlangen naar als de zorg om de natuur springlevend – een relatief klein aantal mensen trekt naar communes in het groen (Zuid-Frankrijk is erg populair bij Vlamingen en Nederlanders), maar veel significanter is de milieubeweging. Zij wil een halt toeroepen aan de voortschrijdende exploitatie en vernietiging van het natuurlijke milieu, wat in de jaren 1970 leidt tot de oprichting van groene politieke partijen die oproepen tot verzet tegen o.m. kernenergie.

Het Rapport van de Club van Rome over de mogelijke uitputting van natuurlijke grondstoffen en de steeds verontrustender berichten over de opwarming van de aarde dragen niet weinig bij tot de impact en het succes van het ecologisch denken.

Opwarming van de aarde

Vandaag maken een heleboel opvattingen die hun oorsprong vinden in de Reformbeweging – gezond voedsel, vegetarisme, zorg voor onze fysieke conditie – deel uit van het dagelijks leven van de kosmopolitische westerse stedeling. In Europa is de bescherming van de natuur – op gebrekkige wijze, maar toch – vastgelegd in wetten en reglementen. De klimaatsverandering wordt nog slechts door fanatici betwist en is het oorwerp van druk bijgewoonde internationale conferenties.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Maar het conflict tussen “natuur” en “beschaving” dat sinds de industrialisatie almaar scherper vormen heeft aangenomen, blijft bestaan. De nood aan economische ontwikkeling van de Derde Wereld, maar ook de introductie van bijv. genetische manipulatie van voedsel (met ecologische, maar ook economische gevolgen) drijven het zelfs op de spits.

De mens heeft altijd ingegrepen in de natuur: als jager-verzamelaar, als landbouwer, ontginner van mineralen en noem maar op. De maagdelijke natuur zonder menselijke ingrepen bestaat niet. De natuur heeft ook geen morele kwaliteiten; ze is niet intrinsiek “goed”. Tegelijk maken wij er zelf deel van uit en is ze een conditio sine qua non voor ons voortbestaan.

Als Xerxes zijn plataan had omgezaagd, had hij niet van zijn schaduw kunnen genieten.