In 1992 kocht ik een dure fiets, een Kettler, met zomaar eventjes zeven versnellingen. Ik gebruikte hem vaak en met veel plezier. Maar kort na de eeuwwisseling had ik daar geen zin meer in. Ik weet niet waarom.
Ik stalde de fiets in de loods waar ik ook een plek voor mijn auto huurde. Die loods werd door veel mensen gebruikt. Op een bepaald moment merkte ik dat de Kettler verdwenen was.
Mijn ouders waren toen pas gestorven, zodat ik heel andere dingen aan mijn hoofd had. En ik vreesde een reprimande van mijn vrouw. Daarom deed ik er het zwijgen aan toe.
Tot mijn fiets, twee weken later, opnieuw verscheen. Gepoetst, met nieuwe banden en een indrukwekkend nieuw slot. Geheel en al in zijn oude glorie hersteld.
Dieven zijn vaak niet de slimste mensen, maar toch – een Kettler jatten en die twee weken later ongeveer op dezelfde plaats parkeren…
Naïeve zielen zouden er misschien van uitgegaan zijn, dat een weldoener mij had uitgekozen voor zijn goede bedoelingen – maar waarom zat er dan geen sleuteltje in mijn brievenbus, nietwaar?
Ik hees mijn fiets dan maar op mijn schouder en droeg hem naar mijn huis, waar hij in de veranda kwam te staan.
Aan de loodgieter, die een paar dagen later binnenstapte voor een herstelling, deed ik het verhaal. En ik vroeg hem op het nieuwe slot door te knippen.
Dat kostte hem minder dan een minuut werk en ik kon weer fietsen. Maar daar had ik nog altijd geen zin in en weldra zakte de Kettler door zijn nieuwe dievenbanden.
Maar vijftien jaar later – een paar weken geleden, dus – was ik bij mijn goede vriendin in Kortrijk – zelfs de bezitster van een opvouwbare Brompton – en die wou fietsen.
Ik zei “ja” en voor ik het wist reed ik naast haar op een tamelijk gammele damesfiets (haar vorige) langs de Leie.
Daar is het mooi en rustig en de zon scheen zonder dat het bloedheet was. Daar, in het verre West-Vlaanderen, kreeg ik voorwaar terug zin in fietsen.
Enkele dagen later bracht ik mijn ouwe Kettler naar de Turkse fietsenmaker die twee straten van bij mij thuis zijn atelier heeft. Ik had het rijwiel fiets wel eerst wat afgestoft.
Ik vreesde dat de brave man mij de deur zou wijzen, maar zijn verdict luidde dat ik de fiets op donderdag kon komen halen. Sindsdien ben ik er niet meer af te slaan.
Een fiets is een praktisch, betrouwbaar en goedkoop vervoermiddel. En klimaatneutraal. Ik ben zelfs al met de fiets op de overzetboot naar de Plage gereden om daar mosselen te eten. “In Vlaanderen Vlaams en op Sint-Anneke mosselen”, zoals ze vroeger zeiden.