Recensie – Franstalige Antwerpenaars wijken uit naar VS in 1794

Soms verschijnt een historisch boek dat de lezer een directe kijk gunt in het denken en handelen van mensen van vroeger. Dat is het geval met L’Épopée américaine de la Famille Stier d’Anvers door de Franstalige Antwerpse juriste en cultuurhistorica Jacqueline Letzter (1955).

Wanneer de Franse revolutionaire legers in 1794 de Oostenrijkse Nederlandenbinnenvallen, vluchten vele edellieden, ook uit Antwerpen. De meesten belanden in Duitsland. De grote uitzondering vormt het gezin van Henri Stier d’Aertselaer en zijn vrouw Marie-Louise Peeters. Zij wijken uit naar de Verenigde Staten. Ze nemen de beroemde schilderijencollectie van de Peetersen mee, waarover Henri Stier zich ontfermt sinds de dood van zijn schoonvader in 1786.

Tot het reisgezelschap behoren zoon Charles die op zijn beurt uitgroeit tot verzamelaar en kunstkenner, zijn vrouw Marie Joséphine (“Mimi”) van Havre, en de twee dochters, de 16-jarige Rosalie en de tien jaar oudere Isabelle, getrouwd met Jean Michel van Havre.

Op Mimi na, keren de Stiers onder Napoleon terug naar Antwerpen. De peripetieën van het gezin geven aanleiding tot een uitgebreide correspondentie tussen de leden, die de Antwerpse archivaris Alfons Bousse in de jaren 1970 terugvond en waarop Letzter zich baseert.

De collectie die de Stiers meenemen naar Amerika bestaat uit minstens 63 schilderijen van o.a. Rubens, Van Dyck, David Teniers de Jonge, Jan I Breugel, Titiaan en Rembrandt. Maar L’épopée américaine gaat over veel meer dan kunst. De Stiers sluiten vriendschap met de top van de politieke wereld en dineren met George Washington.

Het echtpaar bouwt in de omgeving van de hoofdstad een schitterend landhuis. De familie wordt geconfronteerd met de slavernij. Charles ziet zich genoodzaakt om zijn boterham te verdienen – adellijk nietsdoen is in Amerika onbekend en ongewenst. Maar dat is niet zo gemakkelijk als hij denkt. De vrouwen van de familie schrijven over danspartijen en kinderen, maar ook over boeken en zakelijke aangelegenheden.

 De brieven die ontstaan na de terugkeer van de Stiers in het Napoleontische Antwerpen, roepen de sfeer op van familiebijeenkomsten, theaterbezoeken en vertrouwen in de Eerste Consul. Interessant is ook te zien dat de hogere klassen anno 1800 volledig verfranst zijn en zich daar geen vragen bij stellen. De Stiers schrijven trouwens goed Frans, zonder fouten, en geven blijk van een grote vertrouwdheid met de politieke denkbeelden en de literatuur van hun tijd.

Jacqueline Letzter. Entre deux Mondes. L’épopée américaine de la famille Stier d’Anvers. Brussel, Académie royale de Langue et de Littérature françaises de Belgiques en Éditions Racine, 2011. Paperback, 229 blz., zwart-wit illustraties, ISBN978-2-87386-681-5.

5 gedachtes over “Recensie – Franstalige Antwerpenaars wijken uit naar VS in 1794

  1. Gilbert Vanhove

    Een interessant boek dat in Antwerpen zeker op zijn plaats is, maar is het er ook te koop? Ik denk het niet. Vroeger, toen sommigen nog Frans spraken, was er op de hoek van de Mechelsesteenweg en de Belgielei een boekhandel waar dit boek zeker in de etalage zou gestaan hebben. Nu is dat boek, na veel surfen en zappen en doen, nog nergens te bespeuren….

      1. Gilbert Vanhove

        Diti boek kan inderdaad besteld worden in fnac/brussel en in louvain la neuve, maar dus niet in de Antwerpse boekhandel.

  2. Ria Geerts

    Het was niet Mimi die in Amerika bleef, maar Rosalie, de jongste dochter die trouwde met Calvert, een planter. Henri Stier bouwde het kasteel De Mik (Brasschaat) na in Riversdale, Maryland in Amerika. Dit schonk hij aan Rosalie die er woonde met haar echtgenoot. De kunstcollectie noemde de collectie Peeters. Het was de moeder van Henri Stier, Isabella de Bistraete,die een afstammeling van Rubens was. Hélène Rubens, de dochter van Nicolaas Rubens, was de overgrootmoeder van zijn moeder. Henri Stier d’Aertselaer kocht het portret van Suzanna Fourment ‘Le chapeau de paille’. Een prachtig schilderij van Rubens dat nu in The National Gallery in Londen hangt in zaal 29. Hij bezat ook een portret van Suzanne Fourment met de ‘echte strooien hoed’: ‘Portrait de Suzanne Fourment en bergère’, een schilderij van Rubens in een privé-collectie. Later heeft de familie della Faille, 37 werken van de kunstcollectie geschonken aan de Koninklijke Musea voor Schone kunsten in Brussel, ze zijn te bewonderen in het Museum Old Masters in de zalen 64 en 65. Heb ik toevallig allemaal zonet opgezocht. Het kasteel De Mik in Brasschaat is nu in privébezit, het park met een prachtig arboretum is eigendom van de gemeente. Vriendelijke groet, R. Geerts

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.